Fuchsia
Bellen, rokjes, klokjes, sprieten: de fuchsia is een uitbundig bloeiend zomerfeestje dat niet op je balkon of in je tuin mag ontbreken.
Het is onvoorstelbaar dat uit houtige takjes zulke prachtige bloemen kunnen komen. De fuchsia begint als bel (vandaar de volksnaam bellenplant) en opent zich als klokje. Dat klokje krijgt dan meestal nog een rokje waaruit lange sprieten komen. De onderkanten van die sprieten zijn iets dikker, alsof er spitzen aanzit, wat elke bloem een beetje op een ballerina laat lijken. De kleuren zijn schitterend: felroze en dieppaars komen het meest voor, maar er zijn ook rode en gele fuchsia’s. Deze tuinbloeier is verkrijgbaar van april tot en met juni in allerlei vormen, zoals op een stam, struik of hangplant. De plant bloeit eindeloos, vaak tot diep in de herfst, als de bloemen in bessen veranderen.
HERKOMST
De fuchsia is lid van de teunisbloemfamilie en komt voornamelijk uit Zuid-Amerika. Er zijn circa 110 soorten bekend, waarvan er ook een paar in Nieuw-Zeeland en op Tahiti groeien. In het wild kunnen de struiken wel 4 meter hoog worden, tot de familie behoort ook een Nieuw-Zeelandse boom die de 15 meter haalt. De plant is sinds het einde van de 18de eeuw bekend in Europa.
TRIVIA
De fuchsia werd in 1703 voor het eerst beschreven door Charles Plumier die de plant noemde naar de Duitse botanicus Leonhart Fuchs (1501-1566), die hij erg bewonderde.
In Nieuw-Zeeland gebruiken de Maori de bessen van de fuchsia om oorlogskleuren op hun gezicht aan te brengen.
Bij ayurveda wordt de fuchsia gekoppeld aan het kroonchakra.
In de bloementaal staat de fuchsia voor overvloed.