Kalanchoë
Makkelijk, kleurrijk, exotisch én veelzijdig
HERKOMST
Kalanchoë behoort tot de vetplantenfamilie en telt 125 bekende soorten. Het woord is een Latijnse verbastering van het Chinese woord ‘Kalan Chau’. In China is de plant inheems, net als in Zuid- en Zuidoost Afrika. Vooral in Madagaskar komen veel Kalanchoës voor. Rond 1930 werd de exotische beauty naar Europa gehaald en veredeld door Duitse zaadhandelaar Robert Blossfeld, wiens naam naar de Blossfeldiana-soort is gegaan. Tegenwoordig is het een heel populaire woonplant, om de enorme keuze in kleur en vorm én het gemak van de verzorging. De plant biedt een exotische uitstraling in combinatie met het gemak van een vetplant die voor een groot deel zelfredzaam is. Bonuspunten krijgt Kalanchoë voor het feit dat de meeste soorten volle zon kunnen hebben en zo voor buitengewoon vrolijke vensterbanken zorgen.
SYMBOLIEK
Bloeiende Kalanchoës geven allemaal minimaal acht weken bloemen. Aan dat uithoudingsvermogen dankt de plant zijn symbolische betekenis: volharding en eeuwige liefde.
Kalanchoë staat graag licht en kan meestal volle zon hebben.
Eens per week een klein beetje water geven: beter iets te droog dan veel te nat.
Elke drie weken wat plantenvoeding houdt de bloei optimaal.
Uitgebloeide bloemetjes vallen amper op, je kunt ze het beste gewoon laten zitten.
Als er geen vorst is, kan Kalanchoë ook buiten schitteren.
Bron: Mooiwatplantendoen.nl